De bijdrage van ons koortje aan de 800-jarige verjaardag van Marburg wordt steeds avontuurlijker. Vorige week hebben we Gregoriaanse koralen gezongen, wat me me verrassend goed lag. Was ik in een vorig leven misschien katholiek? Nu is er een twaalfde-eeuws organum aan de beurt, dat gezongen werd/wordt tijdens de processie op Sint Jansdag, 24 juni.
Fuit homo missus a Deo cui nomen erat Iohannes, ’Er was iemand die door God gezonden was; hij heette Johannes.’ De christenen onder u zullen de bijbeltekst herkennen: Johannes 1:6. Het betreft dus Johannes de Doper.
De tekst wordt uitgesmeerd over drie bladzijden. Je zingt maten lang u-, telkens in korte soms wat langere stootjes, gebonden of juist niet: fu-uu uuu uu-u-u u-u-uuu uu uu-u-uuu u-u-u-u-u uuu u-uu, met wel steeds veranderende toonhoogte, dan twee regels -i……t enzovoort. Pas aan het eind van de dertien door ons te zingen regels komt er wat meer leven in de tekst en zijn er ook meer korte nootjes, maar de bedoeling is blijkbaar niet dat de tekst verstaan wordt. Het geheel wordt onderstreept door enkele lang aangehoudene bastonen. Ook dit is muziek.
Hier zit ik echt nog niet ‘in’, maar ik vertrouw dat het na een paar weken wel goed komt, net als bij die andere bizarre gezangen.
Het zou kunnen dat dit stuk van Leoninus (± 1150–1201) is. In diens organum Viderunt omnes zijn grote stukken qua sfeer vergelijkbaar.
