Categorie archief: Taal

Wetenschap, toch nog – 2

Vervolg op Wetenschap, toch nog

Mijn artikel voor het Italiaanse tijdschrift is inmiddels aangenomen. Ik kreeg het terug met de nodige voorstellen voor correcties, zoals gebruikelijk. Gelukkig had iemand nauwgezet naar het Engels gekeken, zodat er nog wat fouten uitgehaald en komma’s juist geplaatst konden worden. Heel prettig, want ik ben in het Engels niet trittsicher.

Minder prettig is dat ik het stuk ook moest aanpassen aan het politiek correcte, feministische, Amerikaanse spraakgebruik. Man, in de betekenis van ‘de mens’, en mankind mogen niet meer, dat moet humankind of humanity worden. He wordt he or she; als man humans wordt moet ernaar terug verwezen worden met they enzovoort. In enkele gevallen heb ik hele zinnen moeten ombouwen, een deprimerend klusje, want de tekst wordt er nooit fraaier van. The reader himself, moet dat nu the reader him- or herself worden? En: If a man would speak …; if he would say the same thing…; If he were to say something different... moet dat worden: If someone would speak …; if he or she would say the same thing…; If he or she were to say something different... ? Brrr. Zoiets krijgt natuurlijk niemand uit zijn of haar pen, zodat je dan maar iets heel anders gaat zeggen. Er waren verschillende plaatsen waar ik dat heb gedaan terwijl ik, gelooft u mij, nergens iets vrouwonvriendelijks had gezegd of willen zeggen.
Wel is het zo, dat ik het heb over een auteur uit de negende eeuw, die ik ten dele ook woordelijk citeer. In die tijd waren de mannen (de vrouwen hoorde je niet) zeker nog niet politiek correct; moet ik hem dan als een moderne Amerikaan (m/v/d) laten praten?

Nou ja. Ik doe het de deur uit en denk ik er niet meer aan. Voorlopig zal ik het hier opslaan in het repositorium van het Leeswerk, onder de titel Introductory Article. Het kan dan voorlopig als inleiding tot het boek dienen, zo lang de echte inleiding nog niet klaar is.

Hier schreef ik al eens iets over het zog. gendern in Duitsland. In Hamburg loopt er intussen een Volksinitiative tegen. Burgemeester Wegner van Berlijn wil er in bestuurlijke teksten ook vanaf. Het zal zeker nog lang duren voordat het inderdaad wordt afgeschaft, maar het begin is er.

Een bijzonder melig staaltje van gendern in het Duits is overigens het gebruik van frau in plaats van man. Man betekent ‘men’, maar klinkt hetzelfde als Mann, ‘man’, en dat is ondraaglijk. ‘Men is algemeen van mening…’ wordt dan Frau ist allgemein der Meinung … , enzovoort.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Amerika, Bildung und Uni, De mens, Duitsland, Taal

Groot en klein

In een tekst van meer dan een eeuw oud werd gesproken over Javaantjes. Het ging daar niet over kinderen, maar over volwassen Javanen. Uit mijn jeugd herinner ik mij het woord Amboneesjes. Ook werd er wel gesproken van negertjes en zwartjes. Het is duidelijk: die verkleinwoorden dienden niet om geringere lichaamslengte aan te duiden, maar behoorden tot het standaard-racistische repertoire van het Nederlands. Soms werd er misschien een soort vertedering mee uitgedrukt, wanneer het zielige mensen of vers bekeerde christenen betrof, maar meestal gewoon minachting: die lui zijn minder dan wij. Er zijn in Nederland helaas kringen waarin dit soort woorden nog steeds wordt gebruikt.

Na enig nadenken vond ik nog meer van zulke verkleinwoorden. Ook Chineesje, Japannertje, Joodje en Italiaantje kwamen voor. Spanjaardje, Griekje en Turkje bij mijn weten niet; waarschijnlijk vooral omdat de aanhechting van de verkleinende uitgang bij die woorden wat stroef zou gaan; ze bekken niet lekker.

Verder bestaat het woord “mannetje”, als in: “We hebben voor het onderhoud een mannetje gevonden.” Dat is geen racisme, want het mannetje is volkomen Nederlands, maar het werkt zwart, verdient minder dan een officiële installateur en oogst dus enige minachting. En hoeveel minachting klinkt er vaak door in het woord “vrouwtje”.

Onlangs kwam ik mijn ex-student C. tegen, die nu ook al over de veertig is. Toen wij elkaar de hand gaven en dus tegenover elkaar stonden merkte ik dat hij even groot is als ik, dat wil zeggen 1m86. Vroeger ervoer ik hem als een stuk kleiner. In de afgelopen twintig jaar kan hij niet meer zijn gegroeid; hij was in mijn waarneming dus alleen kleiner omdat ik de docent was en hij de student. Een verschil in status.

2 reacties

Opgeslagen onder Nederland, Racisme, Taal

Bedrukt, maar

Telkens word ik wat bedrukt als ik weer een stukje van mijn werk niet helemaal heb afgekregen. Omdat ik iets niet heb gevonden, of geen toegang tot informatie heb kunnen krijgen, of teksten in een vreemde taal (Syrisch, Oudgrieks) slechts moeizaam of niet heb kunnen ontcijferen. Ik verzet hele hooibergen om af en toe een naald te vinden, en als ik er dan een heb ben ik niet blij, omdat er nog zoveel hooi over is.

Maar zo moet het niet, pak het wat vrolijker aan! Ik moet hele boeken uit de Oudheid gaan lezen voor mijn genot, in plaats van fragmenten alleen om bepaalde plaatsen op te zoeken. En ik moet meer kennis krijgen van het Syrisch.

Begonnen met Lactantius, De opificio Dei. Niet te groot, en ideaal voor op een balkon met zonnige perioden. Gelukkig heeft één van die onschatbare Amerikaanse nonnen in de jaren zestig het ding in het Engels vertaald. Geschreven anno 303, de auteur was nog klassiek, ik bedoel: heidens gevormd, en kon dus schrijven. Christen geworden, maar slaagde erin, een boek over de schepping te schrijven zonder bijbelteksten en zonder Jezus. Ik zie dadelijk al enige citeerwaardige zinnen. Vreemd genoeg lijkt zijn boekje nogal op de Arabische tekst van Gibril ibn Nuh uit 850 die ik bewerk. Maar het kan toch niet zijn dat mijn auteur Lactantius gelezen heeft? Er was immers een flinke taalbarrière. Van Latijn, via Grieks en Syrisch naar het Arabisch, dat zijn nogal wat sprongen. Nou ja, we zien wel. Het is in ieder geval leuk om te lezen.

Als ik dit uit heb moet het Minucius Felix maar worden, en dan Philo, maar dat is een grotere klus. Die kerkvaders uit het Oost-Romeinse Rijk, die blijven me grotendeels onbekend, maar dat is dan maar zo.

Elke dag een uurtje Syrisch, is dat wat? Meer zeker niet, want Syrisch vind ik nog steeds een bastaard van een taal. De gestrengheid van het Arabisch of Latijn ontbreekt er geheel aan, de woordenschat is half Grieks, en de spelling is flodderig, of zelfs modderig. Een vondst is wel de linea occultans: ze zetten een streep onder een letter en dan hoef je hem niet uit te spreken.

En dat onbevredigde gevoel over niet affe stukken, daar moet je je overheen zetten. Als je meer leest krijg je vanzelf meer kennis om de leemten op te vullen. Zo’n Lactantius bij voorbeeld, die biedt aanvullingen op minstens drie fragmenten die zogenaamd al af waren. Met het afsluiten dus gewoon wachten en niet tobben.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Onderzoek, Taal

Jüden

Onlangs zong ik mee in Bachs Johannes Passion. De daarin gebruikte teksten dateren uit de achttiende eeuw of stammen, als het bijbelteksten betreft, uit de nog veel oudere bijbelvertaling van Luther. De taal wijkt enigszins af van het moderne Duits. Natuurlijk zongen we de tekst in zijn oorspronkelijke vorm, zoals die zorgvuldig in de partituren is weergegeven. Er was echter één woord dat gewijzigd werd: Jüden. Dat kon echt niet, dat moest vervangen worden door het hedendaagse Juden. In het internet staan talloze teksten van Luther en later, tot ongeveer 1810, waarin van Jüden sprake was. In die tijd was dat blijkbaar de gewone vorm; later verdween die Umlaut.

Ik heb verschillende mensen gevraagd wat er zo aanstootgevend is aan Jüden met Umlaut, maar niemand kon het mij zeggen. Aan de Nazi‘s kan het niet liggen; die spraken ook van Juden. De u zingt lekkerder dan de ü, maar dat kan ook niet de reden zijn.

2 reacties

Opgeslagen onder Duitsland, Joden Joods joods, Taal, Vroeger, Zingen

Schwere Wörter: Fachkräftinnen

Ik heb het werkelijk iemand horen zeggen vanochtend: Fachkräfte und Fachkräftinnen. De man was niet onontwikkeld, en als grap bedoelde hij het niet. Het is fout Duits, laat ik dat voor alle duidelijkheid vooropstellen. Fachkräfte zijn ‘vakmensen’, van beiderlei geslacht. Het is dus niet nodig er een vrouwelijke vorm van te verzinnen.

In Nederland zijn alle vrouwelijke beroepsaanduidingen afgeschaft. Sigrid Kaag is een politicus. Dertig jaar geleden zou ze nog een politica zijn geweest.

In het Duits is juist het omgekeerde gaande: alles moet gegendert worden, d.w.z. van een vrouwelijke vorm voorzien. Politici zijn er al wat langer geleden mee begonnen, met hun Sehr verehrte Mitbürgerinnen und Mitbürger, maar het vreet zich inmiddels door de hele maatschappij. Op schrift zijn er trucs voor, bij voorbeeld FahrerInnen, Fahrer*innen of Fahrer_innen, wil dus zeggen: ‘chauffeurs (m/v)’. Nieuwslezers kunnen dat perfect voorlezen met een bijna onhoorbare glottislag voor de i. Maar als het woord van een lidwoord wordt voorzien lukt dat niet. Dan wordt het die Fahrerin/der Fahrer of eventueel der Fahrerin/dem Fahrer, al naar gelang—en ja, dames gaan nog altijd voor. Als er een adjectief bij moet wordt het nog moeizamer: die behandelnde Ärztin/der behandelnde Arzt. Sommige woorden zijn verdwenen omdat er makkelijk een neutraal alternatief te vinden was. Studenten kon niet meer, want dat zijn alleen mannen, dus nu heet het Studierende, vulgo Studis. Maar voor veel woorden is er niet zo’n alternatief.

Het gendern biedt eindelijk gerechtigheid voor vrouwen, vinden velen, en politici of officiële personen kunnen zich niet veroorloven het na te laten. In universitaire publicaties is het verplicht. De spreker die Fachkräfte und Fachkräftinnen zei had de gender-plicht al zo verinnerlijkt dat het er vanzelf uitfloepte. Het laat wel zien in welke waanzin we zijn beland. Maar het aantal Duitseressen en Duitsers dat er genoeg van krijgt neemt gestaag toe. Sommige media hebben al besloten het niet meer te doen. Vermoedelijk wordt het gendern in de komende jaren weer afgeschaft. Al was het alleen al omdat het een schrijnend onrecht inhoudt jegens personen die niet tot een van de beide geslachten behoren.

2 reacties

Opgeslagen onder Duitsland, Taal

Hey, hallo!

Hoe spreek je in het Duits iemand aan die je nog niet kent, of met wie je geen noemenswaardige relatie hebt; met Du of met Sie? De regels omtrent het Duzen en Siezen verwateren en daardoor wordt het moeilijker. Mein Herr kan niet in het Duits, dat is te feodaal. Meine Frau betekent ‘mijn echtgenote’. Meine Dame wordt soms gezegd, maar klinkt truttebollig. Gnädige Frau is totaal verouderd. Makkelijker wordt het als je iemands rang of functie weet: Frau Doktor! Herr Wachtmeister! Maar Herr Kabelverleger of Herr Busfahrer gaat geloof ik weer niet. Oostenrijkers kunnen elkaar alléén aanspreken als ze elkaars rang kennen: Herr Kommerzialrat, Frau Professor (ook als haar man professor is), Herr Ober-wat-dan-ook.

Wat doe je als de man die aan het cafétafeltje naast je zat bij het weglopen zijn telefoontje vergeet? Meestal wordt hij dan met Hallo nageroepen, wat ik onaangenaam vind, maar Duitsers blijkbaar niet. Jongelui roepen misschien Hey! Een netter alternatief is Entschuldigung!

De moeilijkheid van het aanspreken in het Duits dateert misschien uit de feodale tijd, toen hoger geplaatste personen door lageren in het geheel niet direct werden aangesproken. Vandaar dat de huisknecht zei: Wünsche wohl geruht zu haben, ‘Ik hoop dat U goed geslapen hebt,’ zonder ik en zonder u. Eure Exzellenz sind zu gütig, ‘Uwe excellentie is te goed’; Ihre Gnade gestatten? ‘Staat Uwe genade mij toe?’ Zulke zinnen worden tegenwoordig alleen nog ironisch gebruikt. Niet ironisch, maar misschien wel geleidelijk uitstervend is Der Herr/ die Dame, waarmee verkopers of kelners je soms aanspreken, waar wij zouden zeggen ‘mijnheer’, ‘mevrouw’. Möchte der Herr die Speisekarte sehen? ‘Wil mijnheer het menu zien?’

Dat hele Sie plus het werkwoord in de derde persoon meervoud dient van huis uit blijkbaar ook ter vermijding van het directe aanspreken, Wie is die Sie? De Hoogheid, de Excellentie, die Gnade, Durchlaucht, Your Ladyship, Your Grace, la Sua Segnoria, Uwe Majesteit. Het Arabisch grossiert er ook in: hadritak, ’Uwe Aanwezigheid’en siyadtak, ‘Uwe Heerlijkheid‘ zijn de gewoonste manieren om te zeggen: ‘U’.

Het Eure in Eure Exzellenz is eigenlijk meervoud; het moet een rest zijn van een vroeger Ihrzen: het iemand met Ihr aanspreken (vergelijk het Franse vous). Tegenwoordig is Ihr handig bij het aanspreken van meer dan een persoon: als de aangesprokenen (allemaal of ten dele) Sie’s zijn kan Ihr een handige en vlotte oplossing zijn, die niet onbeleefd klinkt.

Ooit bestond ook het Erzen: iemand met Er aanspreken, vooral van hoog naar laag: Er möge hierher kommen, ‘Kom hier!’ Dat past bij der Herr. Nu alleen nog als grap of in dialect.

En dan is er nog het wir tegenover patiënten of babies, ook in het Nederlands niet onbekend; Wie geht es uns denn heute? Haben wir schon wieder Pipi gemacht? ‘Hebben we nu alweer een plasje gedaan?’

Alles om maar vooral niet persoonlijk te worden.

5 reacties

Opgeslagen onder Duitsland, Taal

Schwere Wörter: jour fixe

Een jour fixe (m.) is een vaste dag in de week of maand waarop mensen van een bepaald groepje elkaar zonder uitnodiging ontmoeten of ontvangen. In Frankrijk is dat verschijnsel ook bekend. Berucht waren bij voorbeeld de woensdagjes van de Verdurins, bij Proust. Maar in Frankrijk heet het geen jour fixe; dat is nep-Frans, zoals er hier ook veel nep-Engels is.

Toen ik hier met het begrip kennismaakte begreep ik snel wat het was, maar was er wel verbaasd over, en vooral over het feit dat zoiets nog voorkomt. Maar het is vrij normaal, en niet alleen onder oude mensen die weggelopen zijn uit een roman van honderd jaar geleden. Ik kom zelf op twee jours fixes.

De Nederlandse vertaling van jour fixe is jour.

2 reacties

Opgeslagen onder Duitsland, Taal

Modern Soemerisch

Niet alleen allang uitgestorven sauriërs probeert men weer op te wekken, ook dode talen doet men herleven. Zo is er iemand bezig het Soemerisch te reactiveren, een taal die tot (tot!) ± 2000 voor Christus in Zuid-Iraq werd gesproken en in spijkerschrift geschreven. Handig als u het plaatselijke weerbericht kunt lezen; het wordt dan duidelijk dat reizen in de zomer is af raden.

.
Natuurlijk worden de modernste leermiddelen ingezet. Wandplaten van groente en fruit en nog andere zaken, waaronder ook moderne, want de Neo-Sumerërs hebben veel opnieuw moeten benoemen, van tomaten tot koffie. Verrassend is dat het Neo-Soemerische woord voor ‘koffie’ in Iraq nog steeds wordt gebruikt: gahua. Van onderstaande groenten waren er slechts twee bekend uit oude spijkerschriftteksten: de ui en de komkommer. Het zal duidelijk zijn dat ons woord ‘boerenkool’ is afgeleid van het Neo-Soemerische burukuli.

3 reacties

Opgeslagen onder Taal

Schwere Wörter: Warnmix

Als er een ramp plaatsvindt of ophanden is, is het fijn als de bevolking op tijd gewaarschuwd wordt. De waarschuwingssystemen moeten regelmatig worden gecontroleerd. Uit Nederland is/was het maandelijkse testen van de sirenes bekend. Welnu, nadat in Duitsland de afgelopen jaren enige rampen geluidloos van stapel gelopen waren wil men hier nu een landelijk waarschuwingssysteem invoeren, en dat wordt vandaag om elf uur getest. Je kunt op je telefoontje een hard geluid te horen krijgen, maar hier en daar zullen er ook sirenes klinken of zullen er op reclameborden en informatieborden van trein en bus teksten verschijnen. Waar verschillende soorten waarschuwing door elkaar worden toegepast is sprake van een Warnmix: een mengsel van waarschuwingen.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Duitsland, Taal

Schwere Wörter: Flugmango

Een Flugmango is een manga die gisteren nog aan de boom hing, per vliegtuig tot ons is gekomen en dus eetrijp is.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Duitsland, Eten en drinken, Taal