Is het niet prachtig wat de Russen hebben aangericht in Oekraïne? Mariupol, Bucha, en al die andere plaatsen?
‘Nou nee!! Zeg, wat is dat voor een vraag, ben jij wel helemaal goed bij je hoofd?’ Dat gaat wel, dank u. Er bestaan echter mensen, ik behoor daar niet toe, die het inderdaad prachtig vinden, en betreuren dat er nu een beetje de klad in komt. In het begin van de oorlog circuleerde er een filmpje in het internet (ik heb het helaas niet bewaard), waarin een Russische soldaat verklaarde dat hij een erectie kreeg als hij Oekraïeners kon doodschieten, en hij verheugde zich al op de Oekraïense meiden die hij ging verkrachten. Zelfs al zou dat filmpje nep zijn, het treft toch de kern van de zaak: oorlog en vernietiging kunnen lust verschaffen. Het is aan te nemen dat zulke mensen net zo goed in Oekraïne voorkomen. Naast de vele dienstplichtigen voor wie deze oorlog een ramp is, zijn er ook vrijwilligers, die niet door dwang of plichtsgevoel maar door lust gedreven worden. En er zijn overal ter wereld huurlingen, die maar al te graag in een ver land inlanders gaan afschieten en dan hun vrouwen verkrachten. Voor hen ligt de nadruk op het eigen lichamelijk kunnen, moed, strategisch inzicht en de technische mogelijkheden van hun moderne wapens—en de poen natuurlijk. De vraag of hun verrichtingen geoorloofd of maatschappelijk wenselijk zijn interesseert hen niet.
Maar zulke mensen vormen maar een heel kleine groep. De grote meerderheid van de mensheid is niet zo. Die vindt zo’n oorlog alleen maar verschrikkelijk en weerzinwekkend. Onder die meerderheid is er echter weer een minderheid, en niet zo’n heel kleine, die het toch best lekker vindt om steden en mensen kapot te (zien) schieten of tegenstanders in een bloedig gevecht te doden, maar dan op één voorwaarde: dat het niet echt is.
Ze maken of bekijken bij voorbeeld oorlogsfilms. Daar zit altijd een moment van spanning in: zal het lukken de vesting te veroveren, de Bismarck tot zinken te brengen? In zo’n film is er een goede en een slechte partij: als de kijker zich vereenzelvigt met ‘de goeden’ is er heel wat geweld geoorloofd. En er zijn films die juist willen laten zien hoe verschrikkelijk het allemaal is: de anti-oorlogsfilm. Talloze kijkers gaan echter gewoon naar zo’n actiefilm puur voor het lekkere geweld en letten niet op een eventuele boodschap. Dat weten de makers en hun financiers natuurlijk en ze houden er rekening mee bij hun calculaties.
En er komen steeds meer computerspelletjes waarin de spelers zélf huizen en steden aan flarden kunnen schieten of tegenstanders bloedig kunnen doden, met wapens of met de blote handen. Dat verschaft blijkbaar veel plezier, maar natuurlijk zouden de spelers er niet over peinzen hun actie in werkelijkheid om te zetten. Een enkele keer komt het tóch voor dat iemand fantasie en werkelijkheid verwart en door die spelletjes wordt aangezet tot echte bloeddaden, maar dat schijnt een zeldzaamheid te zijn.
Natuurlijk genereert een reële oorlog zelf ook lust. Brave burgers of jongens en meisjes die met tegenzin hun dienstplicht vervullen hadden misschien nooit aan zulke dingen gedacht en blijken nu ineens te kunnen juichen als er weer een tank vol Russische soldaten is getroffen en ‘geëlimineerd.’ Dat geeft een diepe bevrediging. Maar in een echte oorlog overstemmen angst, schrik, weerzin, walging en pijn altijd de lust.
(Wordt misschien vervolgd.)