Van schimmels heb ik nog geen last, maar bacteriën liggen blijkbaar wel op de loer. In het gebouw waarin ik woon heeft de overheid een verhoogd voorkomen van de legionella-bacterie in het leidingwater geconstateerd. De overheid gaat onderzoekend en vermanend rond door de stad en bestrijdt dergelijke verschijnselen. Wij zijn natuurlijk niet het enige gebouw.
Dit probleem is nieuw en heeft te maken met de energiebesparing die overal wordt toegepast. Als huizen minder worden verwarmd is er kans dat er schimmels opkomen, vooral in badkamers. Als het warme water in de voorraadtanks op lagere temperatuur wordt opgeslagen, als mensen minder vaak douchen en minder warm water aftappen dan vroeger, en als ze dan ook nog met kerst een week weggaan planten de boze beestjes zich ongeremd voort in het stilstaande lauwwarme leidingwater. En die kunnen akelige ziektes teweeg brengen, dus daar moet wat aan worden gedaan. De gemeente gaat ons nauwlettend in de gaten houden, en volgende week worden er maatregelen genomen, welke weet ik nog niet. Voorlopig de kranen lang laten doorlopen, bij afwezigheid en met open ramen, en bij voorkeur geen warm water gebruiken. Bij sommige natte activiteiten schijnt een mondkapje ook te helpen.
In het huis van mijn grootouders bestonden zulke problemen niet. Daar waren lampetkannen, waskommen en later vaste wastafels; de douche werd pas ergens in de jaren zestig ingebouwd, met een geiser en dus zonder warmwaterreservoir. Veel gestookt werd daar ook niet, maar dat leidde niet tot schimmelvorming, omdat er voortdurende ventilatie was. Dat huis was namelijk zo lek als het maar kon. Het behang zat los van de muur op een zogenaamde betengeling van jute; ik voel nog de tocht die daar vaak langs trok. Die was gewenst, om het behangsel en het klimaat in de kamer droog te houden. De kou werd bestreden met een kolenkachel en warme kleren, en in koude nachten met een warmwaterkruik.