Rickeracke

Zicke zacke Hühnerkacke, dat kent iedere Duitser van boven de vijfenveertig met middelbare school. Het is uit Loriots Kerstavond bij de Hoppenstedts. Het ettertje van een zoontje moet voordat het gezellig wordt bij de kerstboom een gedicht opzeggen, maar in plaats daarvan zegt hij alleen maar Zicke zacke Hühnerkacke.

Rickeracke! Rickeracke! Geht die Mühle mit Geknacke is ook een klassieke Duitse tekst, maar dan ruim honderd jaar ouder. Het is uit Wilhelm Busch’ Max und Moritz, dat verscheen in 1865. De laatste kwajongensstreek van de beide belhamels wordt zwaar bestraft: ze worden in een zak gedaan en in de kaar (Trimmel) van de molen gegooid. Grof gemalen worden ze van onderen weer uitgebraakt door de Kleiekotzer en vervolgens opgegeten door ‘s molenaars vedervee: een stel ganzen dat zienderogen vetter wordt. So much for de hangjongeren van die tijd.

Welnu, de watermolen waar Busch zijn inspiratie vandaan heeft en waarvan delen zijn afgebeeld in het boek, heb ik vorige week bezocht. Hij staat in Ebergötzen, in Niedersachsen, op een steenworp afstand van de Thüringse grens. De molen behoorde toe aan de familie Bachmann. De negenjarige Wilhelm Busch was in dat dorp bij een oom in de opvoeding gedaan. Erich Bachmann, die van dezelfde leeftijd was, werd zijn speelkameraadje en later een vriend voor het leven. Wilhelm kwam jarenlang regelmatig op bezoek in de molen, waar hij een eigen kamer kreeg.

De molen doet het nog, maar alleen voor de aardigheid. Vierentwintig uur per dag stond hij vroeger aan; het graan had verschillende maalgangen nodig. Hoewel de maalenergie werd geleverd door een bescheiden beek hadden de molenaar en zijn knechts en dienstmeiden handen vol werk aan het geheel. Het is een geweldige herrie, in een benauwd opgezet gebouw met laag plafond. De molenaar en zijn personeel moeten wel horendol geworden zijn van het geluid, maar ook in de herenkamers was het voortdurend te horen.

Het is deze molen die Busch in zijn tekeningen heeft verwerkt. Alleen de Kleiekotzer (‘zemelenbraker’) die hij heeft getekend ontbrak in de werkelijkheid. De afschrikwekkende kop met de uitgestoken tong (verwant met de gaper van de Nederlandse apothekers?) had blijkbaar een bezwerende functie: het kwaad verre te houden van het kostelijke en kostbare meel. Misschien was de familie Bachmann te verlicht om zulk bijgeloof nog nodig te hebben. Of misschien is de molen na 1865 nog een keer gemoderniseerd?

6 reacties

Opgeslagen onder Duitsland, Literatur

6 Reacties op “Rickeracke

  1. Interessant verhaal. Kende het nog niet. Max en Moritz wel maar nooit verbanden gelegd met wat jij hier beschrijft. Mooi!

  2. Ha, die Max und Moritz hadden wij als kind. Ik wist het toen ik die tekeningen zag. Opvoeders waren in die tijd toch een stuk minder bekommerd om de tere kinderziel, al kan ik niet zeggen dat ik trauma’s heb overgehouden aan deze wrede taferelen.

  3. De jongens waren zelf ook heel wreed. De arme weduwe Bolte bij voorbeeld, die had niets: ze leefde van de drie kippen en een haan die ze bezat. Wat eitjes die ze kon verkopen, af en toe een kieken, en heel soms een kippenboutje. En de jongens hebben haar uit pure baldadigheid van deze schamele inkomsten beroofd. Ze deden in niets onder voor de probleemjeugd van tegenwoordig, over de vermaling waarvan iedereen wel eens bloeddorstige gedachten zal hebben.

  4. Bob

    Lekker politiek incorrect was hij, Wilhelm Busch.

  5. En daarom een bestseller?

  6. De tekeningen herken ik en ik denk dat ik ze in mijn jeugd in een Nederlandstalig boekje heb gezien.

    Het verhaal zelf stond me niet meer bij en al helemaal niet de achtergronden. Waarvoor dank. Een goede reden om de volgende keer bij Göttingen een stukje oostwaarts te gaan.

    Doet me denken aan m’n vakantieverslag waar ik nog aan beginnen moet. Als ik zin heb ga ik daar eerst maar eens de foto’s van uitzoeken.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.