Het Westen, wat was dat ook alweer? Het domineerde de wereld sinds eeuwen, maar vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw, en nu hoor je er niet meer over. De Oriënt, die ouder was, was een buitengewoon vaag concept, dat nauwelijks buiten de geesten van westerlingen bestond. Het was een schilderachtig, maar achterlijk gebied, waartoe in de keizertijd zelfs ons land gerekend werd! Wie herinnert zich niet de foto van het bordje in het Huangpu park in Shanghai: ‘No dogs or Chinese allowed’? Het Westen was makkelijker te definiëren: het bestond uit een heleboel kleine staatjes in West-Europa, plus ‘Groot’-Brittanië en de vroegere Britse koloniën, voor zover die overwegend door blanken werden bewoond, dus Canada, de Verenigde Staten, Australië, Nieuw- Zeeland en her en der nog wat eilandjes, barstensvol met bankfilialen en postbussen.
.
Het Westen was dus een los verband van staten, hoewel dat onderlinge oorlogen nooit had uitgesloten. Met de beoogde eenwording van Europa is het nooit veel geworden. De bevolking was blank, Kaukasisch zoals het ook wel heette. Technologisch liep het voorop. Terwijl wij hier nog feesten vierden met vuurwerk schoten ze daarginds met buskruit al hele steden in puin. Ze hadden de beste schepen en de beste wapens, wat hen oppermachtig maakte. Grote delen van de wereld werden door hen economisch uitgebaat en uitgekleed tot op het bot, wat vaak, vooral in de vroege tijd, gepaard ging met territoriale verovering. Portugezen en Spanjaarden waren ermee begonnen, maar Engelsen, Fransen, Nederlanders en Belgen deden het genadelozer. Allen hadden ze een diepe minachting voor de arme sloebers in hun koloniën, die zij zelf de armoe in hadden geschopt, in de oost en de west, in het zuiden, de derde wereld of hoe ze het verder maar noemden. De Verenigde Staten van Amerika had vrijwel geen koloniën, maar wist de methoden van exploitatie nog te perfectioneren zonder er de eigen onderdanen heen te sturen—wat de rest van het Westen dan weer overnam.
.
Het Westen, daar wilde vroeger iedereen wel bijhoren. Maar dat mocht niet, het was alleen voor landen met een overwegend blanke bevolking. Wat was er zo aantrekkelijk aan? Het Westen was lange tijd het modernste deel van de wereld; geen wonder ook, met al dat geroofde geld en goed uit het niet-Westen. Het geld vloeide vrij, meestal zonder inmenging van de staat. Ook de markt was vrij, wat individuen in staat stelde grote rijkdommen te vergaren, en voorzag in de goede tijd vrijwel alle burgers met een ongekende weelde aan voedingsmiddelen en goederen, waarbij de staat bleef zorgen voor defensie, politie en gevangeniswezen, wegen, spoorwegen en waterleiding, zorg voor zieken en bejaarden, onderwijs en cultuur. Dat leek dus een goed idee, tot de staten hun greep op deze zaken begonnen te verliezen, zodat bij voorbeeld spoor en waterleiding toch in particuliere handen geraakten, of zelfs gevangenissen, legers, ziekenhuizen, scholen en universiteiten als privé-ondernemingen werden gerund. De eis van de markt, dat alles winstgevend moest zijn, zorgde voor de afbraak van deze elementaire voorzieningen, zoals uiterlijk tijdens de Corona-crisis pijnlijk duidelijk werd. De markt bleek toen bij voorbeeld niet in staat om voldoende medische hulpmiddelen te fabriceren toen die nodig waren. Eertijds bekende industrielanden slaagden er niet in van de fabricage van SUV’s snel om te schakelen op die van mondkapjes, test kits of ventilatoren. Waar jonge ondernemers probeerden zulke zaken te fabriceren stieten zij op een muur van bureaucratische en juridische vijandigheid: ze hadden patenten geschonden! Landen die nog tijdens de tweede grote oorlog in de twintigste eeuw in een zucht miljoenen wapens fabriceerden en veldlazaretten bij dozijnen uit de grond stampten, slaagden er nu niet in wat medische voorzieningen te creëren, zodat ze bij ons moesten aankloppen. De bouw van een ziekenhuis duurde in die landen soms wel een jaar! Daardoorheen speelde nog het ‘probleem’ van de buitenlandse werkkrachten, wier immigratie en deelname aan het arbeidsproces systematisch werd bemoeilijkt, zelfs als het artsen of verpleegkrachten betrof.
Door de langzame en onverstandige aanpak van Corona en de daaruit voortvloeiende lange stillegging van grote delen van de productie werden de westerse economieën ondermijnd, zodat het zwaartepunt van de wereld definitief naar Oost-Azië verschoof.
.
Ook de democratie had aanvankelijk een goed idee geleken. Niet de adel of een klasse van heersers zou het voor het zeggen hebben, maar het volk zelf. Maar de meeste stemmen golden, en omdat het grootste deel van de mensheid nogal dom is werden er op den duur alleen verkeerde leiders gekozen—iets wat in de negentiende eeuw al was voorzien en wat al eens gebleken was na een noodlottige Duitse verkiezingsuitslag in de jaren dertig—waaruit men echter geen les had getrokken.
.
De persvrijheid was eveneens zo’n historische fout. Die vrijheid bestond misschien in provinciale media, maar de grote dagbladen en televisiezenders geraakten in handen van boosaardige miljardairs die er aardigheid in hadden, samenlevingen te ontwrichten. Bovendien werd er flink gestookt en gehetst vanuit vijandige landen, die zich eenvoudig toegang wisten te verschaffen tot de digitale media.
.
De Corona-crisis luidde het einde van het Westen in, maar het verkeerde al enige tijd in staat van ontbinding. De uiterste consequentie van het democratische systeem werd zichtbaar toen inderdaad de domste en immoreelste leiders gekozen werden, met behulp van kwade krachten uit een buitenland, dat invloed nam op het verkiezingsgebeuren zelf. In de Verenigde Staten werd het ergst denkbare onbenul tot president gekozen, die de positie van het land als wereldmacht al spoedig ondermijnde en een breuk in het Westen veroorzaakte. Groot-Brittannië volgde met de wat minder domme, maar eveneens volledig immorele premier, die het land losweekte van Europa. Op het Europese vasteland waren er staatjes die de corona-crisis benutten om het ‘juk’ van de would-be hoofdstad Brussel en van de democratie af te schudden: Hongarije, Polen en kort daarna dat landje bij de zee, hoe heet het ook alweer, dat moet ik naslaan.
In 2020 kreeg de Amerikaanse president de Corona, maar die kwam hij te boven, wat zijn volk in een religieuze jubelstemming bracht. Als dit niet een teken van God was! Hij voelde zich naar eigen zeggen sterker dan enige Amerikaanse president ooit, werd in de chaos waarin Corona de verkiezingen had doen verzinken min of meer herkozen en stelde het erfelijk presidentschap in. Zoiets als wanneer wij het keizerschap weer zouden invoeren; stel u eens voor! De regering probeerde zo goed mogelijk om hem heen te regeren.
.
In de late twintiger jaren was het wel bekeken met het Westen en de gebieden raakten spoedig op het tweede, zo niet derde plan. Het begrip Westen verdween niet geheel, maar werd geleidelijk aan verbannen naar de geschiedenisboeken.
Dat betekende niet dat die zogenaamde ‘westerse waarden’ ook meteen verdwenen waren. Toen wij een Corona-vaccin uittestten op heropgevoede Oeigoeren waren de protesten daarginds niet van de lucht, uit de macht der gewoonte. Maar die Oeigoeren waren natuurlijk vrijwilligers, dat spreekt toch vanzelf! Tegelijkertijd werden er dertig miljoen vaccins bij ons besteld. Meer niet, want daarvoor ontbrak het geld, maar bij die bestellingen hoorde je nooit iets over mensenrechten.
.
Het ware wezen van de westerse beschaving werd eveneens zichtbaar tijdens de Corona-crisis, toen bleek dat alle westerse volkeren hun achterste na de stoelgang reinigden met … papier. We kunnen daar nu hartelijk om lachen, maar het was evengoed een schrikbarend gebrek aan hygiëne! Tijdens de crisis werd dat papier door westerlingen massaal gehamsterd—zij leken aan te voelen dat ze zonder papier hun ‘identiteit’ zouden verliezen—en inderdaad, zo is het gegaan. Vrijwel niemand definieert zich meer als westerling.
Vind ik leuk:
Like Laden...