Hoe spreek je in het Duits iemand aan die je nog niet kent, of met wie je geen noemenswaardige relatie hebt; met Du of met Sie? De regels omtrent het Duzen en Siezen verwateren en daardoor wordt het moeilijker. Mein Herr kan niet in het Duits, dat is te feodaal. Meine Frau betekent ‘mijn echtgenote’. Meine Dame wordt soms gezegd, maar klinkt truttebollig. Gnädige Frau is totaal verouderd. Makkelijker wordt het als je iemands rang of functie weet: Frau Doktor! Herr Wachtmeister! Maar Herr Kabelverleger of Herr Busfahrer gaat geloof ik weer niet. Oostenrijkers kunnen elkaar alléén aanspreken als ze elkaars rang kennen: Herr Kommerzialrat, Frau Professor (ook als haar man professor is), Herr Ober-wat-dan-ook.
Wat doe je als de man die aan het cafétafeltje naast je zat bij het weglopen zijn telefoontje vergeet? Meestal wordt hij dan met Hallo nageroepen, wat ik onaangenaam vind, maar Duitsers blijkbaar niet. Jongelui roepen misschien Hey! Een netter alternatief is Entschuldigung!
De moeilijkheid van het aanspreken in het Duits dateert misschien uit de feodale tijd, toen hoger geplaatste personen door lageren in het geheel niet direct werden aangesproken. Vandaar dat de huisknecht zei: Wünsche wohl geruht zu haben, ‘Ik hoop dat U goed geslapen hebt,’ zonder ik en zonder u. Eure Exzellenz sind zu gütig, ‘Uwe excellentie is te goed’; Ihre Gnade gestatten? ‘Staat Uwe genade mij toe?’ Zulke zinnen worden tegenwoordig alleen nog ironisch gebruikt. Niet ironisch, maar misschien wel geleidelijk uitstervend is Der Herr/ die Dame, waarmee verkopers of kelners je soms aanspreken, waar wij zouden zeggen ‘mijnheer’, ‘mevrouw’. Möchte der Herr die Speisekarte sehen? ‘Wil mijnheer het menu zien?’
Dat hele Sie plus het werkwoord in de derde persoon meervoud dient van huis uit blijkbaar ook ter vermijding van het directe aanspreken, Wie is die Sie? De Hoogheid, de Excellentie, die Gnade, Durchlaucht, Your Ladyship, Your Grace, la Sua Segnoria, Uwe Majesteit. Het Arabisch grossiert er ook in: hadritak, ’Uwe Aanwezigheid’en siyadtak, ‘Uwe Heerlijkheid‘ zijn de gewoonste manieren om te zeggen: ‘U’.
Het Eure in Eure Exzellenz is eigenlijk meervoud; het moet een rest zijn van een vroeger Ihrzen: het iemand met Ihr aanspreken (vergelijk het Franse vous). Tegenwoordig is Ihr handig bij het aanspreken van meer dan een persoon: als de aangesprokenen (allemaal of ten dele) Sie’s zijn kan Ihr een handige en vlotte oplossing zijn, die niet onbeleefd klinkt.
Ooit bestond ook het Erzen: iemand met Er aanspreken, vooral van hoog naar laag: Er möge hierher kommen, ‘Kom hier!’ Dat past bij der Herr. Nu alleen nog als grap of in dialect.
En dan is er nog het wir tegenover patiënten of babies, ook in het Nederlands niet onbekend; Wie geht es uns denn heute? Haben wir schon wieder Pipi gemacht? ‘Hebben we nu alweer een plasje gedaan?’
Alles om maar vooral niet persoonlijk te worden.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Opgeslagen onder Duitsland, Taal