Categorie archief: Afghanistan

Mini-herinneringen: tentamens buitenlanders

Toen ik nog les gaf moest ik natuurlijk ook tentamens afnemen en scripties beoordelen, en er waren enkele gevallen met buitenlanders waarbij mijn beoordeling voor de betrokkenen ernstige gevolgen kon krijgen. Dat kwam door een omstandigheid buiten mij om: de overheid gaf buitenlanders soms een tijdelijk visum, dat verlengd zou worden bij succesvolle studie, en anders niet. Zo werd ik soms ongewild de autoriteit die over het verblijf in Duitsland besliste, en daarmee over iemands hele levensloop. Maar wat moest ik doen? Een slecht tentamen is een slecht tentamen; natuurlijk mochten ze het overdoen, maar als het dan niet beter werd ging ik toch niet zeggen dat het allemaal in orde was?

Nog in Frankfort: Een Koerdische student uit Iran, die een tekst had ingeleverd die werkelijk volledig waardeloos was heb ik dus afgewezen. Woede en teleurstelling bij hem, maar ik voelde mij er zelf natuurlijk ook niet lekker bij. Deze jongen wist zich echter te redden: hij ging naar de theologische faculteit en daar werd zijn scriptie met open armen ontvangen. Hij gered, ik verbaasd en een beetje kwaad. Hij heeft me nog jaren vuil aangekeken als ik hem in de stad tegenkwam.

Van een Georgische studente, die zeer sympathiek was en bij iedereen geliefd, werd ik nog treuriger. Ik had haar graag laten slagen, maar dat ging niet, tot twee keer toe was het echt onvoldoende. Tranen, een moeilijk parket, want haar zieke moeder was ook in Duitsland, en dan zou zíj terug moeten naar Georgië? Maar zij werd door haar studiegenoten gered. Die hebben haar ondersteund, bijlessen gegeven en keihard met haar gewerkt, zodat zij de stof toch nog onder de knie kreeg en bij de derde keer zelfs een zeven behaalde. Dat was een opluchting, ook voor mij. Weer tranen, maar nu van vreugde. En de overvloedige dankbetuigingen van een smekeling die wordt verhoord. Nee, nee, die moest ik streng afwijzen: ze dankte haar slagen niet aan mij, maar aan haar harde werk en eventueel aan haar studiegenoten die haar geholpen hadden. Maar ik wilde nu best een glas Georgische wijn meedrinken.

Lastig was ook de beoordeling van scripties die door buitenlanders werden geschreven. Ik beoordeelde dan de inhoud, en niet het Duits waarin zij geschreven waren. Tenzij het Duits zo slecht was, dat er geen inhoud uit te distilleren viel. Als niet-Duitser die zelf geen perfect Duits schreef kon ik moeilijk anders. Maar wanneer iemand slecht Duits schreef en er dan ineens enkele perfecte zinnen opdoken, was even googelen meestal voldoende om te weten waaruit hij die had gecopieerd. Bij Duitse moedertaalsprekers beoordeelde ik overigens wél het Duits waarin ze geschreven waren, en dat schrijnde.

Ook moedertaalsprekers pleegden soms natuurlijk plagiaat met behulp van het internet, maar dan was het niet zo makkelijk ze daarbij te betrappen. Ongeveer twee jaar voor mijn pensionering werd ik mij bewust van de omvang van de plagiaat-problematiek. Als je het goed deed zou het nakijken van een scriptie voortaan veel tijdrovender worden, want dan moest je het geschrift helemaal op plagiaat gaan uitvlooien. Daar bestond wel behulpzame software voor, maar ik had er geen zin in en dacht: dat moet een volgende generatie docenten maar opknappen. Ik ben er vrijwel zeker van dat ze dat niet gedaan hebben.

Het allertreurigste geval met een buitenlandse studente was in Marburg: een Afghaanse, die er ook niets van terecht bracht, maar ook nog op merkwaardige wijze bedrog pleegde. Bij een schriftelijk tentamen had ze enige zinnen opgeschreven die uit mijn eigen syllabus stamden, compleet met mijn kleine eigenaardigheden in stijl en de taalfoutjes die ik in het Duits nog altijd maakte. Letterlijk overgeschreven dus. Zelfs al zou ze heel goed geweest zijn in memoriseren—wat ze niet was—die kleine details had ze dan toch niet mee onthouden? Gezakt, baksteen, verwijt van bedrog, verweer. De afdeling juridische zaken erbij. Deze gaf te kennen dat ze heel goed begreep hoe het zat, maar dat er vooral geen schandaal van moest komen en of ik haar maar wilde laten slagen. De directeur van ons instituut dacht er net zo over, en dat was wat mij treurig stemde. Die vrouw was namelijk een vrome muslima, van top tot teen in doeken gehuld waarin natuurlijk makkelijk spiekbriefjes te verstoppen waren of zelfs hele syllabi, en wie zou haar gaan fouilleren? Het instituut was toen nog nieuw en streefde ernaar, een van de centra in Duitsland te worden waar moslims islamitische theologie konden studeren. Dan zou het erg ongelegen komen, meteen een vrome muslima af te wijzen, temeer daar de dame zeer luid klaagde en dreigde met haar broer, een brutale jongen die bij een radioprogramma voor buitenlanders werkte.

Met die studente liep het nog min of meer goed af. Ik heb haar toen voor dat tentamen natuurlijk een tien gegeven, die lol liet ik mij niet afnemen. Maar korte tijd later stond zij weer op de stoep: ze wilde het tentamen nog eens doen. Ze had zich tot God gewend, veel gebeden en begrepen dat ze fout geweest was, en nu had zij hard gewerkt en of ze het nog een keer mocht proberen. Dat mocht, en nu was het resultaat bevredigend. Daarna was ze ineens verdwenen; nooit meer iets van gehoord, wat ik helemaal niet erg vond.

De houding van onze directeur in deze affaire was mij zwaar tegengevallen. Gelukkig werd het om andere redenen niets met die islamitische theologie. Die belandde namelijk in Frankfurt, waar al een kern zat van twee door Turkije gefinancierde hoogleraren. Geen slechte lui, maar het gaat natuurlijk niet aan, zo’n studierichting vanuit het buitenland te laten financieren. Dat vond de minister aanvankelijk ook; maar op een dag, toen ze nog eens in haar portemonnee had gekeken, draaide ze om en liet de Turken in Frankfurt hun gang gaan. Ze doen het goed, op hun manier, maar ik wilde daar niets mee te maken hebben en was ook blij dat Marburg ervan verschoond bleef.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Afghanistan, Arabisch, Duitsland, Godsdienst, Islam, Onderwijs, Studenten, Taal

Wiggen

Afghanistan heeft helemaal in het Oosten van het land een soort slurf: de Wakhan corridor, een vallei van 350 km lang tussen twee hoge bergketens, met maar 12.000 inwoners. De smalle corridor eindigt bij de grens met China, die 76 km lang is. Aan beide kanten van de grens zijn natuurreservaten, maar dat zal de Chinezen niet beletten om, zodra de NAVO zijn hielen gelicht heeft, een grote weg en evt. spoorlijn vanaf Kashgar aan te leggen, Afghanistan in zijn invloedssfeer te trekken en er de enorme rijkdom aan grondstoffen te gaan exploiteren. De westerse preoccupatie met godsdienst en/of mensenrechten hebben de Chinezen niet, dus is een prettige samenwerking zelfs met de Taliban mogelijk. Met het buurland Iran is China ook al dikke maatjes, zodat het een flinke strook van Azië kan gaan uitbaten. De Zijderoute, zullen we maar zeggen. Met het ‘Westen’ is het in die gebieden nooit wat geworden: niet in Iran en niet in Afghanistan.

Poetin heeft wel wat getreuzeld met de Oekraïne, maar op een dag zal het land hem wel in de schoot vallen, al zou het maar zijn omdat het van ellende in elkaar zakt. Daar grenst Poetin dan aan Hongarije, waar een vriend van hem op de troon zit, en is hij zo in Oostenrijk, dat voor de helft fascistisch en dus Russischgezind is. Een flinke streep door de EU.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Afghanistan, China, Iran, Politiek

Russisch eitje

Bij de huiswerkhulp werkte ik deze week met een dame uit Afghanistan, die daar wiskundelerares was geweest. Haar moedertaal was Dari, een soort Perzisch. Ze had gestudeerd in de periode dat de Russen daar zaten (1979–89). Een beetje lastig natuurlijk: Russische bezetters, communisme; toch was het leven in Kabul toen blijkbaar veel normaler, ‘burgerlijker’ dan ooit nog daarna. Op de middelbare school had ze Russisch geleerd, en aan de universiteit had ze ook in het Russisch gestudeerd. Dat is niet zo bevreemdend: ik ken dat ook uit de Arabische wereld, waar allerlei moderne vakken vaak niet in het Arabisch worden gestudeerd, maar in het Engels of Frans. Duizend jaar geleden was Arabisch bij uitstek de taal om wiskunde in te studeren, maar die taal heeft de aansluiting aan moderne vakken niet overal meer terug gevonden. Zo is het blijkbaar ook met Dari.
.
De dame sprak een redelijk mondje Duits, maar beklaagde zich over de ongelooflijke ingewikkeldheid van de Duitse grammatica. Dat verwonderde mij zeer: hoewel ik zelf geen Russisch ken heb ik daar voldoende lang naar gekeken om te weten, dat de Russische grammatica heel wat ingewikkelder is dan de Duitse. We spraken er wat langer over: Russisch had ze in een vloek en een zucht geleerd, vertelde ze, helemaal niet moeilijk, terwijl Duits … dat was echt tobben.
.
Hoe kan dat? Voor jonge mensen is het altijd makkelijker een taal te leren. Als ik alleen al denk aan de vanzelfsprekendheid waarmee ik op school Duits geleerd heb, dat was echt een eitje. Dat zou ik nu waarschijnlijk niet meer kunnen.
Nog belangrijker is waarschijnlijk het perspectief waarmee men een taal leert. Als zo’n vreemde taal de enige mogelijkheid is om het ‘verder te brengen’, dan leer je die, hoe dan ook. Als je een buitenlandse partner hebt, of een religie met een heilige schrift in een vreemde taal, is de motivatie al veel minder sterk. En als je onverwacht in een land terecht komt waar je eigenlijk niet wezen wilt, zoals bij vele vluchtelingen het geval is, dan heb je ook geen zin in die taal. Tenzij je na de eerste schrik de mogelijkheid ziet en de wens koestert daar te blijven, dan ga je er je best op doen. Of toch weer minder wanneer de mogelijkheden in het nieuwe land tegenvallen, of als je geacht wordt na een poosje weer op te donderen.
.
In Griekenland volgde ik ooit een cursus Grieks voor gevorderden. De meeste klanten daar zouden het nooit leren. Ik wel, waarschijnlijk, want ik had al veel ervaring met vreemde talen, maar ik vond Grieks ook echt moeilijk. Op die cursus leerde ik een arts kennen uit Georgië. Het was in 1993 geloof ik, een tijd dat het hommeles was in Georgië en Griekenland gastvrijheid bood aan Christenen uit de Kaukasus met (vermeende?) Griekse wortels. Deze vrouw had het Georgisch als moedertaal, had Russisch geleerd op school, wat zij ook nodig had voor haar studie in de medicijnen, en leerde nu Grieks. Alle drie ingewikkelde talen, die niet met elkaar verwant zijn. Maar ze werkte hard en ik denk dat ze het ging redden. Haar perspectief was een artsenpraktijk die haar was aangeboden in Komotiní—voor Grieken was dat ongeveer de buitenste duisternis, maar voor haar de redding. Zij had dus een perspectief, en ik denk dat het vroegere leren van een andere moeilijke taal het voor haar ook makkelijker maakte.
.
Mijn Afghaanse is getrouwd, ze heeft drie kinderen en haar man werkt. Misschien hoeft ze niet meer zo nodig.

2 reacties

Opgeslagen onder Afghanistan, Ei, Europa, Griekenland, Huiswerkhulp, Taal

Burgerlijk Afghanistan

In het kader van de huiswerkhulp die ik nog steeds aan vluchtelingen en andere buitenlanders geef, heb ik nu al twee keer met een jonge Afghaan gewerkt, die in Kabul al behoorlijk wat Duits had geleerd in het Goethe-Instituut, hier medicijnen wil gaan studeren en is opgenomen in de intensieve cursus Duits van de universiteit. Duits leren gaat hem bijzonder snel af, hij heeft een ijzeren geheugen. Hij heeft nog behoefte aan conversatie-ervaring, dus wij praten. Niet zo maar in het wilde weg, daar zijn uitgekiende programmaatjes voor en ook de gespreksonderwerpen worden telkens opgegeven. Onderwerpen waren tot nu toe: reizen en huisdieren. Zo leer je zo iemand en zijn achtergrond toch een beetje kennen.
.
Hij hield van reizen, zei hij, had in Afghanistan al veel rondgereisd, met vrienden per auto of met de bus. Vanuit Kabul naar Herat, Bamiyan, Mazar-i-Sharif. Ze logeerden dan in hotels, een enkele keer bij familie. Ze bezochten dan oude gebouwen en musea. Op mijn vraag naar de veiligheid op de wegen zei hij dat die bedroevend slecht was, er kon altijd iets gebeuren, maar daardoor liet toch niemand zich tegenhouden. Ook was hij naar India geweest, als toerist. Daar had hij olifanten gezien, een diersoort die helaas in de dierentuin van Kabul ontbrak; wel hadden ze daar een rhinoceros. Verder sprekend over dieren vertelde hij dat de dierentuin van Frankfurt hem zo beviel. De overgang naar de huisdieren was gauw gemaakt: De huisdieren waarvan hij het meest hield waren honden, zei hij. Hij had zelf ook een hond gehad, een Duitse herder die luisterde naar de naam Rex. De hond kwam echt uit Duitsland; ik vermoed dat hij vernoemd is naar de hond Rex uit die afzichtelijke televisieserie op zaterdagavond. Als ze op reis gingen met een auto mocht Rex mee, maar in de bus mocht hij niet. Veel van zijn vrienden hadden honden, vertelde hij, het was eigenlijk vrij algemeen; alleen jammer dat het hondenvoer zo duur was. Wat vrat zo’n hond dan? Hondenvoer, geïmporteerd uit Duitsland of de VS of nog een ander land, dat ben ik alweer vergeten. Niet uit het nabijere Kazakhstan of India. Kun je niet bij de slager wat slachtafval halen? Nee nee, dat ging niet, het moest wel echt hondenvoer zijn, uit een blikje of droge brokken. Wat hondenkoekjes (Hundekekse) waren wist hij gelukkig niet.
.
Het beeld rees op van een vrij welgestelde burgerjongen, die een gewoon burgerlijk leven leidde. Door toedoen van de media krijgen we hier een beeld van Afghanistan als rampland, maar er is blijkbaar ook nog veel normaliteit.

2 reacties

Opgeslagen onder Afghanistan, Dieren, Huiswerkhulp

Waarom nou, sukkel!?

orlando-omar-mateenBedankt hoor Omar Mateen, voor je fantastische bijdrage aan de wereldgeschiedenis. Daar kunnen Poetin en Daesh nog een puntje aan zuigen. Met één terreurdaad heb je de verkiezing van Trump een stuk dichterbij gebracht, en daarmee de ondergang van je vaderland de USA, zo niet van het gehele Westen. Expanded suicide by cop, if ever there was one.

Waarom doet iemand dat, 49 mensen doodschieten en vele verwonden in een homobar in Orlando? We weten natuurlijk zo goed als niets en kunnen vooralsnog alleen verschillende mogelijkheden overwegen. De bronnen zijn flarden van citaten uit de media, dus onbetrouwbaar; bovendien zijn zij onderling strijdig. Verklaringen van betrokkenen zijn allicht niet zonder eigenbelang gedaan, bij voorbeeld om zich zelf van schuld te pleiten. De gegevens nemen nog toe; misschien wordt de zaak ooit nog duidelijker.

1 – Hij was agressief, neigde tot gewelddadigheid, sloeg zijn vrouw, was psychisch labiel. Dat laat ik nou maar, want zo kun je de helft der mensheid beschrijven; dat voert niet verder.

2 – Hij was niet religieus, zeggen zowel zijn vader als zijn ex-vrouw. Nee, hij droeg geen baard, dronk, was klant in een homobar en maakte dates per dating-app. Hij zal nominaal moslim zijn geweest, maar geen radicale.

3 – Hij handelde vanuit een religieuze overtuiging: dat willen de media natuurlijk graag, en de FBI misschien ook. Dat hij niet handelde in opdracht van Daesh is inmiddels duidelijk; dat die zijn daad postuum adopteert zegt niets.
In telefoontjes die hij gevoerd zou hebben met de S.O.S. hulplijn(!), nadat hij al met schieten was begonnen, verklaarde hij achtereenvolgens zijn sympathie voor Daesh, Nusra en de Boston killers; vroeger had hij al eens gezegd aan de kant van Hizbollah te staan. Een en ander is verre van duidelijk; het lijkt op een erg late behoefte aan enscenering van een affectgestuurde daad en tevens een roep om hulp; niet op een gerichte geloofsdaad met het martelaarschap als doel.
Uit Saoedi-Arabië wordt gemeld dat Omar twee keer een kleine bedevaart naar Mekka heeft gemaakt. Dat is strijdig met wat zijn familie zei, dat hij niet religieus was. Of ging hij niet uit godsvrucht, maar moest hij bij voorbeeld familieleden begeleiden? Of was het een soort toerisme, zoals Europese (ex-)christenen wel eens het Vaticaan of Santiago de Compostela gaan zien? Je weet het niet.
De FBI had bij een eerdere observatie geen moslimsterrorisme bij hem kunnen vaststellen. Hij kan echter zich zelf via Internet hebben geradicaliseerd, en zoiets kan in heel korte tijd gebeuren.

4 – Volgens zijn vader had Omar extreme problemen met homoseksuelen; hij was een keer woedend geworden toen hij twee mannen elkaar zag kussen. Hij zal dus zelf een flinke homo-component hebben gehad, die hem zeer dwars zat. Bij de ergste homohaters is dat meestal het geval. Waar had hij die haat vandaan? Van zijn vader, die in een relaxt Afghanistan was opgegroeid, waarschijnlijk niet; voor hem moet de aanblik van elkaar kussende mannen nog heel gewoon zijn geweest. Misschien heeft Omar zijn woede en weerzin opgedaan onder zijn Amerikaanse vrienden, misschien bij de collega’s in het bewakingsbedrijf waar hij werkte. Schietgrage macho men, je kunt je wel voorstellen hoe die over homo’s praten. Onder hen wilde Omar meetellen; naar verluidt wilde hij hen zelfs nog overtreffen door bij de politie te gaan. Alleen had hij dan nog die kwellende, volstrekt onaanvaardbare neiging in zichzelf. Want Omar was lange tijd klant geweest in de club Pulse. Volgens interviews met Pulse-klanten in de Orlando Sentinel hadden zij Omar vaak in de club gezien. ‘Soms zat hij in de hoek in zijn eentje te drinken, en soms was hij zo dronken dat hij lawaaiig en agressief werd.’ Er was één man met wie hij meer dan een jaar had gedated. Volgens andere kennissen van hem regelde hij ook dates met andere mannen via de daartoe ingerichte app ‘Grindr’.

Ik was deze tekst begonnen om de verhouding tussen islam en homoseksualiteit nog eens na te gaan. Maar dat is geloof ik niet meer nodig. Hoewel we nog steeds heel weinig weten lijkt het vooral een intern-Amerikaanse problematiek te zijn geweest, want ik houd het voorlopig maar bij mogelijkheid 4.

Ja, Trump en Wilders, die weten het natuurlijk zeker of doen alsof: het lag aan de islam! Beide heren waren zo geil op deze gebeurtenis dat ze zelfs vergaten medeleven met de slachtoffers voor te wenden. Nogmaals bedankt hoor, Omar!

Maar zie nu ook HIER !

2 reacties

Opgeslagen onder Afghanistan, De mens, Politiek