Er bestaan boeken met een gruwelijke inhoud; die lees ik bij voorkeur niet ’s avonds vlak voor het slapen gaan. Daaronder vallen voor mij bij voorbeeld de werken van Ian McEwan: die vind ik beklemmend. Momenteel lees ik van hem het nieuwe Lessons, waarin een elfjarige schooljongen geterroriseerd en ook lichamelijk belaagd wordt door zijn pianolerares. Gelukkig krijgt hij gauw een andere leraar, maar dat helpt niet echt, want als hij in de puberteit komt kan hij niet zoals zijn klasgenoten aan meisjes denken maar is hij helemaal gefixeerd op die lerares. Als hij veertien is fietst hij quasi toevallig door het dorp waar zij woont en ze staat als het ware al klaar achter de voordeur; ze lijft hem helemaal in, bezorgt hem zijn eerste seksuele ervaringen en laat hem niet meer los, wil zelfs met hem trouwen. Ik ben nog niet op de helft van het boek, dus hoe het afloopt weet ik niet; hij is in ieder geval later met een andere vrouw getrouwd, die echter is vertrokken en hem met hun baby heeft laten zitten. De vroege ervaring met die lerares beïnvloedt zijn hele leven: hij wordt een goede pianist, maar is verder tamelijk kapot. Van dit boek gaat een beklemming uit; daarom reken ik het tot de ‘erge boeken’. Ook andere werken van McEwan vallen in die categorie, bij voorbeeld On Chesil Beach. Een pas getrouwd jong paar begin jaren zestig, de huwelijksnacht. De vrouw vindt het afstotelijk wat haar man van haar wil, hoewel hij heel behoedzaam is; het huwelijk is meteen kapot. Mogelijk is zij in haar jonge jaren door haar vader misbruikt. Gruwelijk! De schrijver heeft het niet altijd over seks; hij beschrijft ook geweld op straat en dat is al even erg.
Een andere, niet ‘erge’ roman die ik onlangs gelezen heb is De koning, door Szczepan Twardoch (1979—). Dat speelt zich af in een Joods mafia-milieu in het Polen van de jaren dertig, zeer gewelddadig, wat nog verergerd wordt door het opkomende fascisme, ook al voordat de Duitsers het land bezetten. In dat boek gebeuren de vreselijkste dingen: schietpartijen, moorden waarbij het lijk wordt gevierendeeld; vrouwen in een bordeel die door klanten zwaar worden mishandeld; de mafia-baas die wordt doodgemarteld in een verschrikkelijke gevangenis. Toch heb ik het niet als een ‘erg’ boek ervaren. Dat is natuurlijk niet omdat ik door de wol geverfd ben ten aanzien van geweld; in geen velden of wegen. De beschreven gebeurtenissen zijn verschrikkelijk erg, maar ze zijn beschreven op een manier die je niet in je ziel raakt, en dat is blijkbaar mogelijk. In dit boek worden ook grote auto’s met smaak beschreven, en sjieke herenkleding. Het geheel doet soms denken aan een stripverhaal, en ook wel aan de boeken van Modiano: soepele kostuums met brede revers, slappe hoeden, wit-met-bruine brogues enzovoort. Daardoor dringt de ‘ergheid’ zich niet zo op. Intussen is het wel een boeiend boek waar je veel uit leert over het Polen van die tijd, en ook over de stichters van Israël, want veel joden in het boek overwegen naar Palestina te emigreren en de verteller bevindt zich (misschien) daar ook, jaren later. Die gewelddadigheid hebben ze dus gewoon uit Polen meegenomen. Ik kon het zeer wel in bed lezen.
Ik pas.
Boeken lees ik nauwelijks en erge verhalen komen er al teveel in het nieuws voorbij.
Vriendelijke groet,