Duitsland loopt op zo’n eigenaardige manier vast. Er gebeuren rare dingen, enerzijds door de uitvoering van bouw- en reparatiewerkzaamheden, die al veel eerder uitgevoerd hadden moeten worden; anderzijds door gebrek aan personeel op alle fronten. Een voorbeeld dat juist in het nieuws was: Op het Waddeneiland Föhr was een acht maanden zwangere vrouw, bij wie een complicatie optrad. De aanwezige vroedvrouw vond dat er op zijn minst een gynaecoloog naar haar moest kijken. ‘Sinds 1 januari was er echter op het eiland geen gynaecoloog meer aanwezig’ – waarom wordt niet uitgelegd. Dan maar naar een ziekenhuis op het vasteland. Normaal geschiedt het ziekenvervoer per helicopter. Maar ‘er was geen helicopter ter beschikking’ – waarom wordt niet gemeld. Daarom dus met de boot van de reddingsbrigade naar de haven van Dagebüll. Bij aankomst daar was het juist eb; het scheepje lag meters lager dan de kade. Normaal is er een drijvende aanlegsteiger die vanuit een laag liggend schip naar boven leidt, maar die ‘stond wegens bouwwerkzaamheden niet ter beschikking’. Tenslotte is de vrouw met een hijskraan naar boven gehesen en daarna naar het ziekenhuis gebracht. Alles goed met haar, maar wat een gedoe! In dit in principe zo uitstekend georganiseerde land loopt er ineens heel veel verkeerd.
Ik krijg er zelf ook mee te maken. Op 10 maart gaan we zingen in Parijs. Normaal is dat een reis van één plus vier uur per trein, met overstap op de TGV in Frankfort. De Deutsche Bahn biedt echter momenteel geen behoorlijke treinverbinding aan. Ja, met overstap in Frankfurt-West, dan met de S-Bahn naar Frankfurt-Süd, dan met de ICE naar Karlsruhe, daar twintig minuten overstaptijd en dan met de TGV naar Parijs. Maar in die twintig minuten gelooft geen mens, dus in feite kunnen we niet met de trein, omdat we daar op een bepaalde tijd moeten zijn. Nu is er een busje gehuurd, daarmee gaat het over de weg naar Metz en daar stappen we in een Franse TGV. Als alles goed gaat natuurlijk.
Ook gaan er bakkerijen en slagerijen dicht, omdat ze geen mensen meer vinden die daar willen gaan werken. Het betreft meestal de wat kleinere, persoonlijke zaken, die soms al generaties lang om hun kwaliteit bekend staan. Bij de slagerijen speelt mee, dat er steeds minder vlees gegeten wordt, maar minder brood wordt er niet gegeten. Alleen binnenkort dus minder goed brood, uit fabrieken.
Iemand wijst mij erop dat ‘ter beschikking’ niet juist is in het Nederlands. Inderdaad, een schrikkelijker germanismus! Moet zijn ‘beschikbaar’.