Arabisch leren was vroeger niet gemakkelijk. Nog steeds niet, maar de laatste jaren is er veel verbeterd: betere leerboeken, audiovisuele hulpmiddelen en pedagogisch getrainde docenten. Toen ik de taal onderwees verdwenen er na de eerste weken altijd veel studenten, omdat zij inzagen dat het toch niets zou worden. Er waren echter ook studenten, wien de stof zomaar kwam aanvliegen. Zo waren er eens twee studenten natuurkunde, die Arabisch er even bij kwamen doen, niet omdat het ze interesseerde, zoals zij eerlijk zeiden, maar omdat ze wel eens ervaring wilden opdoen met een heel ingewikkeld systeem, dat anders was dan wat ze gewend waren. Ze kregen het snel en goed onder de knie en toen verdwenen ze weer, want wat er in die taal geschreven was interesseerde ze inderdaad niet. Ook mijn pogingen om hun belangstelling te wekken voor de geschiedenis van de natuurkunde, die in voorbije eeuwen immers in het Arabisch plaatsvond, waren vergeefs.
Maar waar blijft nu dat blondje, vroeg u zich al af. Ook zij was een studente van mij. Blond en ontzettend mooi volgens de standaardopvattingen, een seksbom uit Hollywood als het ware. Gelukkig was ik zelf niet ontvankelijk voor haar type schoonheid, zodat ik niet in bekoring werd geleid. Zij kwam Arabisch als hoofdvak studeren, maar in zo’n uitgeklede moderne studierichting met een hapje van dit en een vakje van dat. ’s Zomers werkte zij als stewardess bij een luchtvaartmaatschappij. Hoewel ze eruit zag als een ‘dom blondje’ was zij dat niet, integendeel: ze schoot door de stof heen en betoonde zich ook verder heel intelligent. Maar met die studenten natuurkunde had ze gemeen dat ze zich niet voor het vak interesseerde. Ze las alleen met tegenzin de verplichte dingen, en toen ze een scriptie moest schrijven kwam er wel een intelligent stuk uit haar handen, maar ook dat was met lange tanden geschreven. Ik heb meermalen gevraagd waarom ze dan Arabisch wilde doen, maar dan lachte ze maar wat. Ze leed wel merkbaar onder haar schoonheid, want ze werd zowel door mannen als door vrouwen telkens alleen maar als seksbom gezien. Maar heur haar afknippen of in een knotje doen en intellectueel worden, nee dat was ook niets voor haar. Misschien had ze van meet af aan andere plannen. Op een dag vertrok zij naar Egypte. Dat werd altijd aangemoedigd; voor de praktische taalverwerving was het onmisbaar. Ik hield mijn hart vast voor haar: een blonde vrouw in Egypte, dat kon heel lastig worden. Veel Egyptische zakenlieden hadden een Europese, blonde secretaresse; in die kringen was dat een soort statussymbool. Typevaardigheid werd waarschijnlijk nauwelijks verlangd. Deze studente pakte het wel heel doortastend aan: ze was in de kortste keren de maîtresse van een zeer hooggeplaatst persoon. Had ze die al tevoren ontmoet, in een vliegtuig misschien? Ze bleef meer dan een jaar bij hem en leerde heel goed Arabisch, evenals de ins and outs van Egypte. Daarna kwam ze weer terug, de relatie was blijkbaar ten einde. Vervolgens trouwde ze tot ieders verbazing met een soort behanger, terwijl iedereen zich voor haar een prachtige partij had voorgesteld. Misschien was alleen deze man in staat door haar gehate schoonheid heen te zien en tot haar ware wezen door te dringen. Ik verloor haar uit het oog en heb van haar succesvolle studie nooit meer iets vernomen.