In de droom ging ik naar een bibliotheek in een vreemde stad. Daar kwam ik in de studiezaal naast een oudere man te zitten — maar wat heet? een oudere man is tegenwoordig al gauw jonger dan ik zelf ben — naast een man van een jaar of negenenvijftig dus, die een handschrift opensloeg. Was het Perzisch? Ik kon mij niet bedwingen en wierp er een onbescheiden blik in. Het was Arabisch: een geïllustreerd handschrift over dieren. Wat een toeval! Zelf met een dergelijk handschrift bezig, zij het zonder illustraties, wilde ik mij voorstellen en een praatje maken. Maar hij stelde daar geen prijs op, sloeg het handschrift dicht en ging een tijdschrift zitten lezen.
Deze droom vond plaats tussen zeven uur en half acht. Opmerkelijk: zoals gewoonlijk meldde zich om zeven uur de stem van de nieuwslezer, maar ik heb niets van het nieuws en de volgende muziek en gesprekken gehoord, hoewel ik vrijwel naast de radio lag. Pas om half acht hoorde ik weer iets: de theaterkritiek. Blijkbaar was er vandaag wat extra slaap nodig.